Etappe 12: O Pedrouzo – Santiago de Compostela: 22 km – 407 HM+ en 444 HM-
Vandaag bereiken we over een paar uurtjes ons eerste einddoel…Santiago de Compostella!! Helemaal benieuwd naar onze ‘arrival’ op de ‘Plaza del Obradoiro’, waar dagelijks honderden Pelgrims toekomen als einddpunt van hun voet -of fietstocht. Midden op het plein ligt ‘km 0’, het exacte eindpunt van de dagenlange tocht.
Op ongeveer 20 km van Santiago de Compostella lopen we al gauw volop in luid babbelende of zingende pelgrimstromen van georganiseerde groepen. De welbekende Jacobsschelp bengelt om de vele, kleinere rugzakken heen en weer tijdens het stappen en de wandelstokken tikken in een synchroon ritme voort op het asfalt. Sommigen swingen mee op de muziek die ‘in forté’ door de bleutooth speakers klinkt. Anderen zie je strompelend de moed erin houden om hun camino naar Santiago te volbrengen, volledig ondersteunt door het groepsgevoel.
De sfeer is duidelijk anders! Of je nu 100 km….450 km….700 km of zelfs de meer dan 2000 km afgelegd hebt…Iedereen weet dat men vandaag op het Plein voor de welbekende Santiago Kathedraal kan arriveren.
We lopen door de metershoge eucalyptusbomen, waar ik het niet kan laten om afentoe eens extra diep in te ademen om het eucalyptisch-aroma te inhaleren. Ik vraag me af of dit aroma mijn weerbarstige bronchiën meer zouden openzetten. Ik kan het wel gebruiken, want in de warme zon lijkt het altijd wel of zuurstof de weg naar mijn longblaasjes zoek is.
Als we uit het bos komen, horen we het geraas van vliegtuigen, die vanaf de luchthaven in Santiago opstijgen. Nog een weekje en dan vliegen we daar zelf in de lucht met één of andere maatschappij richting Brussels Airport. Pfff, de confrontatie dat het dan alweer voorbij is, komt wel even binnen.
Dit weemoedige gevoel is van korte duur en verdwijnt als we aan een grasveld op een uitgestrekte heuvel arriveren. Aan de kapel, staan pelgrims aan te schuiven voor een stempel die je tegen een donativo in je Credential kunt laten zetten. Ook wij gaan netjes in de rij aanschuiven om zo’n uniek camino-stempeltje te bemachtigen. Hierna gaan we met de meute mee de heuvel op en krijgen een mooi uitzicht over Santiago de Compostella voorgeschoteld. De twee torens van de Kathedraal steken boven alles uit.
Het is niet ver meer en voor we het weten, lopen we door de buitenwijken van Santiago. Even later komen we de Engelse moeder en zoon weer tegen en wandelen de laatste km’s samen richting de oude stad.
In de verte horen we de bekende doedelzakspeler, terwijl we in colonne voortbewegen naar het ‘Praça do Obradoiro’, het meest bekende plein, het hart van deze stad en ons voorlopige einddoel van deze reis.
Als we bijna aan de poort van het Plein komen, stopt de oude doedelzakspeler en wordt het geroezemoes overstemd door het vrolijke gefluit van een aankomend toeristentreintje.
Pelgrims met rugzakken, pelgrims met fietsen of dagtoeristen…in een soort roes gaan we door de hoge poort om dan met een diepe zucht op het fameuze plein aan te komen. Ik zie en hoor overal enthousiaste, opgetogen pelgrims om ons heen. Ik weet even niet hoe ik me moet voelen of hoe te reageren. We hebben de Camino Primitivo volbracht, maar het voldane gevoel blijft achterwege. Ik voel me nog steeds meer ‘Hiker’, ‘Wandelaar’ ipv ‘Pelgrim’.
Al jaren ben ik bezig geweest met de voettocht naar Santiago de Compostella, maar steeds vanuit het oogpunt de meer dan 800 km lange Camino del Norte te volbrengen. Het compromis was de Primitivo, die geheel aan mijn verwachtingen voldeed, maar me nu samen met het ontbreken van dat speciale ‘pelgrimsgevoel’, een moment lang in een mineure stemming brengt.
Lang om hierover te speculeren, krijg ik niet, want na het fotomomentje begeven we ons naar de ‘Oficina del Peregrino’ aan de Rúa Carretas 33 om onze Compostela af te halen.
De compostela, een pelgrimsgetuigschrift met Latijnse tekst die bevestigt dat je in Compostella toegekomen bent om de apostel Jakobus eer te bewijzen. Wandelaars en ruiters moeten de laatste 100 km twee stempels per dag kunnen voorleggen. Voor fietsers geldt de laatste 200 km.
We hebben gelezen dat je hier soms lang moet aanschuiven en gezien de toestroom van verschillende groepen, vrezen we voor een resem pelgrims aan de deur van de Oficina. Bij aankomst blijkt dit enorm mee te vallen en algauw staan we voor de vele loketjes, waar ijverige medewerkers de credentials nakijken en de nodige compostela’s aftekenen. Fier verlaten we hierna het kantoor, nemen afscheid van onze Engelse mede-wandelaars en begeven ons naar het kleinere familie-hotel ‘Hortas PR’, een zijstraatje verderop. We krijgen een ruime zolderkamer toegewezen en na de douche gaan we een hapje eten en de stad verkennen.
Het is druk in de oude stad van Santiago….de stroom pelgrims blijft maar toekomen op het ‘Praça do Obradoiro’. We banen ons letterlijk een weg tussen de enthousiaste meute naar het rustigere ‘Parque Alameda’. Dit mooie stadspark ligt tussen het oude historische centrum en het nieuwe gedeelte, de Zona Nueva en biedt een prachtig uitzicht over de oude stad en de Kathedraal. Wat een groot contrast met de drukte beneden en de rust hierboven.
Als we terug aan de Kathedraal komen, besluiten we de Pelgrimsmis mee te volgen. We zijn al een beetje aan de late kant en de kerk is overladen vol. Er rest ons alleen nog maar een staanplaats aan de zijkant van het grote altaar. De Botafumeiro, een meer dan 50 kg zwaar wierookvat, hangt Majestueus aan het plafond. Het betekent letterlijk ‘rookwerper’. Wat had ik dit 1m60 hoge wierrookvat graag door het dwarsschip van de kathedraal willen zien zwieren. Helaas zijn we een week te laat, aangezien vorig weekend de dag van Galicië en de Heilige Santiago gevierd werd. De mis is in het Spaans en ook al snap ik niets van de taal, het is duidelijk vergelijkbaar met de kerkdiensten bij ons. Het volgen van de zondagse misdiensten uit mijn jeugd, zorgt ervoor dat ik toch een beetje kan volgen, al zit het allemaal een beetje ver in mijn geheugen.
Vooraleer de mis ten einde is, verlaten we onze staanplek en begeven ons naar het graf van apostel Jacobus. We willen de lange wachtrijen vermijden, die er onvermijdelijk zullen ontstaan na de mis.
Het is er heel rustig en stil. Enkele pelgrims zitten stilzwijgend, biddend of in gedachten verzonken, voor het graf. Ik staar ernaar, weet niet goed wat denken en zie hoe mensen een kaarsje aansteken en hierna hun weg terug naar buiten vervolgen. Het ordenen van gedachten op zulke momenten, zit er niet in voor mij. Daarvoor ben ik te onrustig…te afgeleid!
Als we terug buiten komen, lijkt de stad ineens geheel veranderd. Op verschillende pleintjes worden folkloristische dansen opgevoerd. Ik ken er te weinig van om ze bij naam te noemen, al zou ik de Flamenco er zo wel kunnen uithalen, maar die zit er niet bij.
Als we later terug naar ons Hotel keren, komen we het Israëlische meisje en het Duitse koppel tegen. Ze zijn op zoek naar bekende gezichten die ze tegenkwamen op de camino. Voor ons is dit enkel het Engelse wandelgenootschap. De anderen, heb ik via sociale media vernomen zijn al gearriveerde in Finisterre.
Het Israëlische meisje, wiens naam ik niet ken, zal overmorgen de bus naar Fisterre nemen. Er die dag verblijven en ’s avonds weer naar Santiago keren om vervolgens terug naar Israël te vliegen. Wellicht zal dit de laatste keer zijn dat we haar zien. Het Duitse koppel geeft aan dat ze ook nog doorstappen tot Finisterre, maar weten nog niet wanneer ze terug vertrekken.
We nemen afscheid en gaan richting ons Hotel. Morgen gaan we de stad verder verkennen en een welverdiende rustdag nemen!