Etappe 9: van Lugo naar Ferreira: 28,81 km – 635 HM+ en 551 HM-
Hier gaan we weer… de volledige rustdag gisteren heeft er goed aangedaan. Uitslapen, ontbijten en rustig bekijken wat we deze rustdag gaan doen. Allereerst zijn we boodschappen gaan doen, zodat de wasmachine haar werk kon uitvoeren. Nadat we de was op het wasrekje te drogen gehangen hadden, vertrokken we richting sportwinkels. Het is nog vroeg genoeg om even in de sportzaken binnen te springen, daar sommigen sluiten om de Spaanse Siësta eer aan te doen. Bart is op zoek naar een nieuw T-shirt en ik naar een stel nieuwe sokken in de hoop de druk op mijn derde linkerteen te vermijden. We vinden wat we zoeken en na een heerlijk intermezzo met een ‘Café con Leche’ en Churros gedipt in chocoladesaus, begeven we ons richting de oude Romeinse muur.
Ik kreeg een tip van een vroegere vriendin om de muurschildering van Julius Caesar te gaan bezichtigen. Deze 20 m hoge graffiti van Diego As is verkozen tot de beste muurschildering ter wereld. Ik was benieuwd waar we deze zouden aantreffen, maar dat we deze zo snel al zouden tegenkomen, had ik niet verwacht.
Een straat verder dan ons appartementje, dat trouwens uitzicht geeft op de historische muur, gaan we de trappen omhoog voor de 2,1 km lange wandeling op deze vestigingswallen. We zijn nog maar net boven of we zien de immense Street Art al verschijnen. De Romeinse heerser kijkt statig en streng uit over de oude 4,2 m brede Muralla Romana.
De wandeling is een aanrader…je krijgt een mooi beeld over de oude binnenstad, maar ook over de omranding. Het uitzicht op de twee torens van de Kathedraal, die prachtig afstaken op de blauwe lucht met witte wolken, had wel iets bijzonders. Je zou ze zo op schilderij zetten…maar een foto in mijn geval is ook goed.
Er zijn mooie gebouwen…nieuwe complexen, gerenoveerde huizen of goed onderhouden, oude bouwwerken en monumenten te bezichtigen, maar je ziet ook vele vervallen panden, soms leegstaand, soms niet en zijn ze nog bewoond. Het verschil kan niet groter zijn.
’s Avonds zijn we in een lokaal restaurant ‘Casa D’auga’ uigebreid gaan eten met een heerlijk glaasje Vino Tinto. We dachten dat we met onze reservatie van 21u00 bij de latere lichting van de restaurantgangers zouden behoren, maar niets was minder waar. We zaten op de bovenverdieping, 3e verdiep, van het oude gebouw. Langs ons was er nog een tafel gereserveerd, waaraan een 5-tal dames plaats namen en tegenover ons een grote, ronde familietafel gedekt voor 10 personen. Deze laatsten arriveerden rond 22u15 met de hele familie om gezellig samen te tafelen. Ondenkbaar hier in ons Belgelandje waar de keuken vaak reeds om 21u45 sluit.
Alles bij elkaar opgeteld was het kostenplaatje voor dit etentje 38,30€….een tweede ondenkbaar iets in ons kleine landje, toch?
Na deze twee nachtjes in Lugo zijn we weer klaar om verder te trekken. Tijdens deze rustdag hebben we ervoor gekozen om alle verdere slaapplekken alvast vooruit te reserveren. Vanaf nu zal de Camino drukker worden en aangezien het de verlofperiode in Spanje is, zijn er ook vele groepen die de laatste 100 km naar Santiago afleggen. Gezien de grootte van de groepen zijn verschillende Albergues volzet, daar deze door organisaties van tevoren geboekt worden voor de hele groep. Voor vanavond hebben we een slaapplek gereserveerd in Albergue ‘Ponte Ferreira’. De Hospitalero’s in Ponte Ferreira zijn de Nederlanders Ton en Ria. Sinds augustus 2018 ontvangen zij pelgrims in hun typisch Galische 300 jaar oude huis. Vanavond wordt het een slaapplek op 1 van de 2 slaapzalen, dus fingers crossed dat ik slapen kan. Al moet ik eerlijk bekennen dat we de volgende etappes tot en met Santiago enkel nog privékamers gereserveerd hebben.
Ik voel me hierdoor misschien wel een beetje een verwend luxepaardje. Het niet kunnen slapen door de focus op het gesnurk die ik niet kan herleggen, hebben me doen besluiten om de mogelijkheid tot een tweepersoonskamer met beide handen aan te nemen.
Nu ja…ik mag hier niet teveel op voorhand over nadenken…dat is voor straks. Wie weet valt het wel heel goed mee. Ik verheug me alleszins erop om even in het Nederlands te communiceren. Ook al verschilt onze Vlaamse taal lichtelijk van die van onze Noorderburen…we verstaan elkaar!! Op de Camino krijgen we trouwens vaak de vraag of we van ‘Germany’ zijn. Blijkbaar zijn er veel Europeanen die enkel weet hebben van onze Franstalige landgenoten en zal ons Vlaamse accent meer aanleunen tegen de Duitse taal ipv het Nederlands. Het zal niet de eerste keer zijn dat we moeten uitleggen dat we meerdere taalgebieden hebben in ons bijna kleinste landje van Europa.
Terwijl we de binnenstad van Lugo uitwandelen, zijn de stadwerkers al in volle gang om de straten te reinigen, gebruikmakend van machines met sproeibalken en borstels die het vuil onder middelgrote druk uit het straatbeeld doen verdwijnen. We werpen nog een laatste blik op de machtige Saint Mary’s Cathedral en lopen via de poort de oude binnenstad uit. We moeten even zoeken naar de gele pijl die ons terug naar de Camino leidt, maar algauw zien we het bord met de bekende schelp voor ons verschijnen…We zijn terug op pad!
Na een tijdje arriveren we aan een groot sportcomplex. Helaas weet ik niet meer waar deze gelegen is. Het moet ergens in de buurt van Lugo zijn, want zo ver hebben we nog niet gewandeld. Terwijl we genieten van ons welbekend ontbijt: ‘Croissant met een Café con Leche’…een thee voor Bart, worden kinderen met rugzakje gebracht naar het onthaal voor een dagje sport en spel.
Aan het aangrenzend tafeltje zit een oudere dame die we reeds een paar keer onderweg zijn tegengekomen. Ze heeft haar koffie leeg en maakt aanstalten om weer te vertrekken. Zoals altijd knikken we en wensen haar een ¡Buen Camino! toe. Straks zullen we haar wederom inhalen, want ze vervolgt heel rustig en in volledige kalmte haar Camino. Haar kledij, schoenen en rugzak lijken al een heel tijdje mee te gaan. Er zitten verschillende gaten in haar trui en jogging. De kleur is helemaal verbleekt van het vele wassen of uren onder de zon te lopen. Haar joggingsbroek rolt ze op tot een short tijdens de warme uren van de dag. Gezien ze steeds zo vriendelijk knikt, zou ik graag een gesprek met haar aanknopen, maar de taalbarrière is te groot. Ik beheers het Spaans enkel met een paar beleefde woordjes en een conversatie in het Engels behoort ook niet tot de mogelijkheden. Mijn nieuwsgierigheid naar haar verhaal blijft dus onbeantwoord…en misschien maar goed ook!
Ter hoogte van O Burgo, als ik me goed herinner, komen we ‘Vending Casa Zapateiro’ tegen. Er staan verschillende vendingsautomaten met drank, snacks en sandwiches, maar het allerbelangrijkste: ‘het bordje met Aseos’. Zalig om een plasje te kunnen doen op het daarvoor bestemde ‘WaterCloset’ ipv. ergens een afgelegen plekje te zoeken in de struiken…helemaal dankbaar hiervoor!
Na een korte pauze en een stempeltje rijker in ons stempelboekje, vervolgen we onze weg. Vanaf nu dienen we minstens 2 stempeltjes per dag te scoren om aan te tonen dat we de laatste 100 km van de Camino netjes te voet afleggen.
Gedurende de voormiddag wandelen we grotendeels op verharde wegen. Iets minder aantrekkelijk mijnentwege, gezien ik dan meer last van spieren en gewrichten ervaar. Dus helemaal tevreden als we weer over de onverharde wegjes ons pad kunnen verderzetten. We lopen langs een bosperceel met eucalyptusbomen, die een aangename geur verspreiden onder de brandende zon. Het doet me een beetje denken aan de ontspannende momenten in het saunacomplex.
De blauwe Gom-bomen zijn nog jong en duidelijk aangeplant. De oudere bomen zijn vrij hoog en hebben geen blauwgroene, ovale bladeren meer, maar smalle, geelgroene bladeren. We zijn niet enkel gefascineerd door de geur, maar ook door de stam, waarvan grote, loshangende schorsstroken afbladderen, alsof de boom een nieuwe huid krijgt.
Ondanks dat we meekregen dat vanaf nu de Camino drukker zou worden, merken we hier vandaag nog niet veel van. Wellicht heeft dit te maken met onze latere start deze ochtend, gezien de meeste pelgrims vrij vroeg vertrekken. We komen maar sporadisch iemand tegen. We hebben het gevoel alleen op de Camino te zijn met enkel het geluid van onze voetstappen en de wind in de eucalyptusbomen als compagnie. Het uitzicht vanaf dit landweggetje over het hele gebied lijkt eindeloos…wat een prachtig zen-moment!
Wanneer we op zo’n 3 km van Ponte Ferreira zijn, komen we de Engelse moeder en zoon terug tegen. We babbelen over ons verblijf in Lugo en ook de bezetting van de Albergues komt ter sprake. Suzannah geeft aan dat ze reeds in April alle slaapplekken gereserveerd had, zodat ze niet voor verrassingen zou komen te staan. Het was misschien wel een beetje ‘tricky’, moest er onderweg iets onverwachts voorvallen, maar tot nu toe loopt alles zoals gepland. Ze is erg fier over haar zoon, die op deze manier toch heel wat ervaringen rijker wordt. Benedict zelf vertelt dat hij de lange wandeldagen best wel leuk vindt en niet onmiddellijk verwacht had dat hij dit zou kunnen volhouden. Hij spreekt een aardig mondje Spaans, geleerd op school, waardoor hij zich ook verstaanbaar kan maken tijdens het inchecken en het avondmaal. Dat hij zijn was zelf moet doen, ervaart hij eerder als een noodzakelijkheid,….plesant is anders.
Als we in Ferreira aankomen, zien we in de eerste Albergue verschillende valiezen staan, gebracht door een bagagevervoersorganisatie waar je op de Camino gebruik van kunt maken. Gezien de hoeveelheid aan valiezen, zijn we content dat we de volgende etappes onze slaapgelegenheden alvast gereserveerd hebben. De drukte op de Camino is er wel degelijk.
We willen net verder stappen, als we het Israëlische meisje naar buiten zien komen. Ze is vanochtend heel vroeg vertrokken vanuit Lugo, zodat ze rustig en met veel pauzes haar weg kan verderzetten. Ook zij heeft een rustdag in Lugo genomen. Ze vertelt dat de anderen gisteren reeds verder gegaan zijn. Ze heeft gelukkig ook een reservatie in dezelfde albergue ‘Ponte Ferreira’ gemaakt, want de bezetting in de herbergen verschilt wel danig van voorgaande dagen. We krijgen allemaal een andere slaapzaal toegewezen. Moeder en zoon krijgen de kleine kamer die minder vaak gebruikt wordt, het Israëlische meisje wordt naar de bovenverdieping doorverwezen en wij slapen vannacht op de slaapzaal op het gelijkvloers.
Als we onze slaapzaal binnenkomen, worden we alvast verwelkomd door het gesnurk van twee medepelgrims. Ik begrijp natuurlijk wel dat deze mensen dit niet opzettelijk doen en zich wellicht niet eens bewust zijn van het monotone, ronkende geluid dat door sommigen onder ons als storend en irritant ervaren wordt. Doch de moed zakt me in de schoenen voor de komende nacht. Het advies me er niet op te focussen wil ik echt niet in de wind slaan, maar het lukt me gewoon niet om, als slechte slaper, mijn gedachten ergens anders op te concentreren en het snurken te accepteren. Blijkbaar zou dit enorm helpen om in slaap te vallen en niet chagrijnig te worden. Een minpuntje van mezelf waar ik steeds weer tegenaan bots.
Het avondmaal wordt om 20u00 geserveerd in de gemeenschappelijke eetzaal. Aan het uiteinde van de lange tafel, zitten 3 mensen van de Spaanse groep die we de eerste dagen in de Albergues tegenkwamen. Ik herken ze, maar of ze ons ook herkennen, betwijfel ik. Contact hebben we niet met hun. Het menu is vegetarisch…simpel, maar lekker klaargemaakt. Niet helemaal Spaans, het voelt een beetje als thuiskomen. Misschien heeft dit te maken met de eerdere conversatie in het Nederlands…ik weet het niet. Het dineren aan de gezamelijke tafel had wel iets bijzonders. Jammer dat dit niet eerder voorgekomen is. Je krijgt veel meer contact met je mede-pelgrims, iets wat we voordien veel minder ondervonden.
Na het avondeten gaat ieder weer zijn eigen weg. Wij blijven nog een tijdje in de tuin zitten tot het te fris wordt en gaan daarna naar onze stapelbedden. Waar ik wel een betere handeling in krijg, is het omhoog -en omlaagkruipen om in en uit het bovenste bed te geraken. Dat was de eerste dag wel anders.