Etappe 6: van Grandas de Salime naar A Fonzagrada: 26,7 km – 920 HM+ en 506 HM-
Garmin geeft aan dat mijn slaapscore 60% is. Ik kreeg een ‘redelijk van kwaliteit’ met als uitleg: ‘korter dan ideaal, onderbroken’. Hier kan ik mee leven…redelijk betekent voor mij ‘Goed genoeg!’. Ik kan dus nog steeds niet wennen aan de luide slaapgeluiden die door de slaapzaal schallen. Maar goed…dat weten we ondertussen wel.
In onze slaapzaal is al redelijk wat activiteit op dit vroege uur. De slaapzaal beneden heeft de deur nog gesloten. De vroege ochtend-uurtjes moeten hier vandaag wijken voor de vroege nacht-uurtjes.
Nadat we beneden onze schoenen en wandelstokken uit het rek halen, vertrekken we terug op pad. Geen ontbijt of koffie in deze Albergue, maar 5,1 km verder in Castro is een jeugdherberg ‘Albergue Juvenil de Castro’ waar we een stop kunnen maken. Laat ons hopen dat we hier kunnen ontbijten.
De opkomst van de zon achter de bergen, is een prachtig extraatje. Het is nog fris, maar het belooft wederom een warme dag te worden. We steken vandaag de grens tussen Asturië en Galicië over…het voelt als een eerste mijlpaal.
We hebben geluk…. aan de Albergue Juvenil kunnen we ontbijten. Gezien we gewend zijn aan een karig ontbijt, bestellen we een tostadas con mermelade de fresa, een stuk Tarta de Santiago en naar goede gewoonte een café con leche grande. De verbazing is groot als blijkt dat de toast dit keer niet zo’n fijn, klein boterhammetje betreft, maar ruimschoots voldoende is als ontbijtmaaltijd. Ook het Duitse koppel, waarmee we aan tafel zitten, geeft aan dit keer teveel besteld te hebben, gezien hun ervaring van voorgaande dagen. We zullen vandaag zeker niet snel terug honger krijgen.
De dame die ons zo vriendelijk het ontbijt bezorgde, komt ons halen om op het terras naar een wolkenfenomeen te kijken. Het komt niet alle dagen voor en daarom is het zo bijzonder. Het fenomeen staat ook wel bekend als ‘waterval-wolken of orografische wolken’. De wolken rollen als het ware over de bergtoppen…prachtig om te zien! Nogmaals…had ik nu maar een fotocamera bij ipv mijn Gsm.
Het Duitse koppel blijft nog even om hun tentje op te ruimen en wij gaan weer op pad. Ze weten nog niet tot hoever ze vandaag geraken. Reizen met een tent geeft je namelijk in grote mate de vrijheid en onafhankelijkheid dat je kunt stoppen waar je wilt. Meestal kunnen ze, indien volzet, hun tent opzetten in de tuin van de Albergue…handig! Dit was oorspronkelijk ook mijn idee om de camino aan te vatten, maar gezien de vele albergues hebben we toch besloten om lichter te reizen en de tent thuis te laten.
Na een tijdje komen we aan bij de ‘Capilla de San Lázaro de Padraira’. Een kapelletje helemaal alleen te midden van het bos. Het blijkt het enige restant te zijn van wat ooit een lepraziekenhuis uit de 16e eeuw geweest is. Terwijl we daar staan om het op foto en film te zetten, komt een jonge roodharige signorina enthousiast zwaaiend met een petje in de hand aangestapt. Ik vermoed dat ze zei: ‘¿Esta gorra es tuya?’. Begrijpen doen we niet, maar ik zie dat ze de pet van Bart in haar hand heeft en antwoord dan ook onmiddellijk in het Engels: ‘Yes, it’s his hat…thank you so much’. Ze geeft het petje aan Bart en al verder stappend zegt ze: ‘ You will need it today’.
Wat een geluk en dankbaar dat ze dit mee nam, want zonder pet in de volle zon…niet aan te raden!
Het is vandaag al vroeg warm…’loeiwarm’ kun je het eigenlijk wel noemen. De bron naast de ‘Iglesia de Santa Maria’ in Penafonte komt als gegoten. Het frisse water doet deugd over de polsen. Ik dompel mijn bandana volledig onder en leg deze in mijn nek…Goh, werkt zalig verfrissend. De bron is trouwens drinkbaar…’Agua Potable’ staat er op een plaatje boven de kraantjes geschreven. Traag kruipt er een grote huisjesslak over om het gegeven nog even te benadrukken.
Er komen 2 ruiters aangereden. Ze stoppen aan de bron en laten hun paarden drinken. Één van hun heeft de jacobsschelp om de hals van zijn paard, de andere een kleine schelp aan het zadel. Dus ja, ook zij lopen…euhm…rijden de Camino. Gezien we al heel wat klim -en daalwerk achter de rug hebben, toch wel respect voor deze mooie viervoeters. Het lijkt me behoorlijk heftig voor de paarden…het stenige pad, de afstand, het klimmen en dalen en vooral….de hitte…niet evident! Nu ja, ik vergelijk hun natuurlijk met de luxe paardjes van ons, die overdag lekker in de frissere stal mogen staan, nu de temperatuur ook in België boven de 35°C durft gaan. En wat wandelen betreft…wij hadden altijd het comfort om op de zachte, zanderige paden te rijden in de bossen van het Nationale Park. Anderzijds toch wel chapeau voor de ruiters…zo simpel is het niet om je dier mee te nemen en ze een goede verzorging, onderdak en voeding te kunnen geven op je doorreis. Er komt heel wat bij kijken om rekening mee te houden.
Als we na fikse klim helemaal bezweet boven aankomen, wordt het pas duidelijk hoeveel hoogtemeters we reeds gedaan hebben. Op de bergkam staan de windmolens nu wel heel dichtbij…deze ochtend stonden ze nog hoog boven ons te draaien in de wind. Ook de eindeloze uitzichten over het berglandschap maken dit duidelijk.
Als we ons op het hoogste punt van deze etappe – 1111 m hoogte – bevinden, is het nog een 10-tal minuten stappen vooraleer we de grens Asturië – Galicië bereiken. Je kunt het niet missen…de grensovergang wordt visueel weergegeven met een rij stenen over de lengte van het pad. Op een platte steen staat Galicië geschilderd.
Het valt onmiddellijk op dat Galicië precies meer geïnvesteerd heeft in de gesteldheid van de paden. We dalen omlaag via een nieuw, aangelegd grindpad. Ook de markeringspalen zijn precies in een nieuw jasje gestoken.
We lopen een stukje over de weg en bereiken El Acebo met een bar als enigste huis!! We zijn echt wel toe aan een rustmomentje en een fris drankje. Het is een gezellige bende, want de meeste Pelgrims zijn na dit zware deel wel toe aan een onderbreking. Ook de ruiters met hun paarden zijn daar gearriveerd. Geïnteresseerden staan rond hun met allerlei vragen. Zo jammer dat ik het Spaans niet beheers, want ik ben eigenlijk wel benieuwd naar hun ervaringen en hoe ze de tocht zien. In plaats daarvan zetten we ons aan een tafeltje in de hoek met een aquarius en Quesadilla’s als lunch-maaltijd.
Het roodharige meisje komt onze richting uit en vraagt: ‘Como estas..todo bien, good thing I found your hat and gave it back to you, right…the sun…shines bright!’ Na onze: ‘Absolutely’ is ze alweer verder op weg met het groepje waar ze zich mee aangesloten heeft.
Ook wij vertrekken even later terug op pad…het is nog een eindje. Het zwaarste stuk zou achter de rug zijn blijkbaar. Tot nu toe valt de Camino Primitivo eigenlijk wel goed mee. Ok, het is absoluut niet vlak, het is best pittig en ik ben blij dat we toch wel wat voorbereiding hierop gedaan hebben.
Als we, na een redelijke afdaling in Paradanova aankomen, zien we in de verte, hoog boven ons A Fonzagrada liggen. Yep, er is geen enkele Galicische provinciehoofdstad die hoger ligt dan A Fonzagrada. Dat betekent een steile, laatste klim om deze dagetappe mee te eindigen.
Vol goede moed, want zonet heb ik nog toegegeven dat de tocht tot nu toe eigenlijk heel goed meevalt, begin ik eraan.
Bart loopt al snel voor me op en draait zich af en toe zuchtend om. Wat is dit steil en dan die verzengende hitte…niet te doen!! Ik strompel naar boven, steun als een oudje op de wandelstokken en om de zoveel meter hou ik halt om op adem te komen. Ik krijg echt geen lucht binnen en voel me ellendig. Wat zei ik even ervoor ook alweer…’de Primitivo…dat valt best mee’…dat klopt nu echt niet meer.
Terwijl ik loop te hijgen en te puffen, kijk ik naar diegene die zo op het eerste zicht vlotjes naar boven gaan… Wat benijd ik hun!! Dat ik niet alleen ben met een hartslag die overuren maakt, merk ik ook wel op. We staan geregeld met meerdere wandelaars in deze eindeloze steile bergop stil om even uit te blazen.
Bart staat al boven te wachten als ik nog een heel eindje omhoog moet. Schaduw is er niet… en de heftige zon… dat is letterlijk ‘my Kriptonite’. Ik pak me bijeen en wil een laatste effort doen om dit in 1 keer te overbruggen, maar nog geen 5 m verder sta ik alweer stil. Ik heb het gevoel dat ik echt niet meer boven geraak…dit snap ik niet, heb ik nog nooit voorgehad! Oh ja, klimmen is niet mijn sterkste kant, maar rustig stappend en regelmatig even halt houden, dan kom ik er altijd wel. Nu lijkt mijn lichaam op te geven en niet meer vooruit te willen. Aangemoedigd door Bart kom ik uiteindelijk helemaal afgepeigerd boven aan. Wow…dat was een nieuwe ervaring!!
De laatste km’s tot aan de Albergue Pensión Cantábrico slof ik voor Bart uit, verlangend naar de douche en bed op de gereserveerde privékamer. Aan de Albergue aangekomen, staat er een rij van Pilgrims aan te schuiven om een plaatsje te bemachtigen. Ook de Ierse man van gisteren staat in die rij, samen met nog een paar andere gasten. Zij hebben niet gereserveerd en het lijkt erop dat de plaatsen in de slaapzalen volzet zijn. Aan de receptie wordt hun bekommernis bevestigd. Geen gemeenschappelijke bedden meer, maar wel nog een paar kamers met 2 bedden voor een meerprijs. Ze hadden ook reeds aan andere albergues gestaan en allemaal volzet. Hiervoor hadden ze geen problemen ondervonden om een slaapplaats te vinden, maar het wordt stilaan drukker op de Camino. Uiteindelijk besluiten ze een tweepersoonskamer te nemen.
Onze kamer ligt aan de voorkant van het gebouw. Het is een nette, mooie witte kamer. Het oogt wel allemaal een beetje steriel, gezien de witte kleuren. Ook aan de receptie kreeg ik het gevoel eerder in een ‘Hospital’ in te checken dan in een Pensión, daar iedereen er rondliep in witte pakjes, maar dat doet niets af aan stijlvolle verblijfplaats. Wellicht ook een beetje beroepsmisvorming mijnentwege.
Op de kamer doen we onmiddellijk de binnenluiken en de ramen open. Dit voelt echt Spaans. Op straat onder ons, zie ik de 2 ruiters aankomen…zonder paard, maar nog in ruiterkledij. Ook zij blijven vannacht in deze Albergue overnachten. Ik ben benieuwd of we ze morgen nog tegen zullen komen.
Als Bart uit de douche komt, ben ik al halfweg in slaap gevallen. Het kost me enige moeite om me uit het bed te hijsen om naar een lokale supermarkt te gaan en iets voor het avondeten te halen. Er is een grote keuken beschikbaar in het Pensión en daar gaan we dadelijk dankbaar gebruik van maken.